Test je kennis over trainingsschema's ! (deel 1)

Geef het juiste antwoord. Er is telkens slechts 1 antwoord juist!
Lees de vragen én antwoorden steeds rustig door, met aandacht voor alle details.

Question Title

* 1. ‘Training’ is:

no pain no gain

de bladeren aan de bomen zijn ook geen heel jaar groen

een gestructureerd proces dat erop gericht is om het prestatieniveau te doen afnemen

alleen van toepassing op de eigenschap ‘uithouding’

Question Title

* 2. De chemische energie die door een spier rechtstreeks kan aangewend worden om samen te trekken is:

creatine

pyruvaat

ATP

acteyl-CoA

Question Title

* 3. Het principe van de supercompensatie is eigenlijk niet meer of niet minder dan een specifieke toespassing van Darwin’s evolutieleer, ‘survival of the fittest’. Dit fundamentele trainingsprincipe:

impliceert dat men vrij van ziekte moet zijn om lichaamsbeweging te kunnen nemen

zegt dat alleen de meest getalenteerde atleten topniveau kunnen halen

zorgt ervoor dat we kunnen rusten

suggereert dat een mesocyclus uit belastings- en een regeneratiefase moet bestaan

Question Title

* 4. Wat heeft het minste te maken met het trainen van de algemene aërobe uithouding?

rode spiervezels

mitochondriën

hemoglobine

glycogeen

Question Title

* 5. Trainingszones zijn een vereenvoudigde manier om richtlijnen te geven m.b.t. de trainingsintensiteit. Je kan er heel wat kanten mee uit, maar één van volgende beweringen klopt NIET. Welke is het?

Stel dat we met 3 zones werken, dan bedoelt men met ‘gepolariseerde training’ dat er vooral in zone 1 en 3 getraind wordt.

Trainingszones kunnen alleen maar afgebakend worden op basis van de hartslag.

Het gebruik van trainingszones is enkel zinvol voor duursporten.

Trainingszones worden vaak afgebakend in verhouding tot de intensiteit aan de anaerobe drempel.

Question Title

* 6. In vergelijking met marathonlopers zijn sprinters voor hun prestaties meer afhankelijk van:

kerosine

creatine

creatinine

kinine

Question Title

* 7. In het algemeen kan men stellen dat hoe hoger de intensiteit van de inspanning is, hoe groter het aandeel zal zijn van:

de aërobe energieproductie

de anaërobe energieproductie

de Krebs-cyclus

de mitochondriën

Question Title

* 8. Welke van de volgende uitspraken is GEEN fabel?

Je kan spierhypertrofie even goed uitlokken met zware als met lichte gewichten.

Sommige atleten hebben vooral korte spieren, anderen vooral lange spieren.

Om vet te verbranden moet je minstens 30 minuten aan sport doen.

Statische stretching na de de training voorkomt spierstijfheid.

Question Title

* 9. Memorial Van Damme 2016. Na een impressionante zege op de 100 meter loopt Usain Bolt een ererondje op:

creatine

koolhydraten

vetten

eiwitten

Question Title

* 10. Het is circa 11u in de ochtend. Jakob Ingebrigtsen, de regerende wereldkampioen op de 5000m, verschijnt na 26’ opwarming op de piste. Hij loopt 6 x 1000m aan een gelijkmatig maar zo hard mogelijk tempo, zodat de laatste 1000m nog even snel kan als de eerste. Tussen de fracties neemt hij telkens 200m joggen als recuperatie.

Ingebrigtsen voert een macrocyclus uit

Ingebrigtsen heeft hopelijk spek met eieren gegeten bij zijn ontbijt

Ingebrigtsen neemt te weinig rust tussen de verschillende fracties

Ingebrigtsen oefent voornamelijk zijn rode spiervezels volgens de intervalmethode