Proefpersonen informatie
Gezonde controles voor onderzoek naar overeenkomsten tussen mensen met een eetstoornis, autisme spectrum stoornis, body dysmorphic disorder (stoornis in de lichaamsbeleving) en obsessieve-compulsieve stoornis.
Inleiding
Met deze brief willen wij u informeren over het wetenschappelijk onderzoek waar we u vragen aan deel te nemen. Het onderzoek is bedoeld om overeenkomsten tussen mensen met een eetstoornis, autisme spectrum stoornis, body dysmorphic disorder (BDD of stoornis in de lichaamsbeleving) en dwangstoornis (obsessieve-compulsieve stoornis) in kaart te brengen. Om dit te onderzoeken nemen we de vragenlijsten af bij mensen mét en zonder klachten. Voor dit onderzoek zijn wij op zoek naar een controlegroep van mensen die geen last hebben van deze stoornissen. Dit onderzoek is opgezet door GGZ Rivierduinen (Centrum Eetstoornissen Ursula, Centrum Autisme, Psychotraumacentrum) en het Leids Universitair Medisch Centrum in samenwerking met RIAGG Maastricht. U beslist zelf of u wilt meedoen. Voordat u de beslissing neemt, is het belangrijk om meer te weten over het onderzoek. Lees deze informatiebrief rustig door en bespreek het met uw partner, vrienden of familie. Ook is er een onafhankelijke persoon die van het onderzoek op de hoogte is en die u vragen zou kunnen stellen.
1. Wat is het doel van het onderzoek?
Het onderzoek is bedoeld om overeenkomsten tussen mensen met een eetstoornis, autisme spectrum stoornis, BDD en dwangstoornis in kaart te brengen. We vertellen u eerst even kort wat de stoornissen inhouden. Mensen met een eetstoornis, zijn voortdurend bezig met hun gewicht en hoe ze dat onder controle kunnen krijgen. Sommige hebben last van eetbuien waarna ze soms braken. Mensen met BDD zijn voortdurend bezig met hun uiterlijk. Ze vinden zichzelf erg lelijk en hebben daardoor vaak moeite met sociale contacten. Mensen met een dwangstoornis hebben last van gedachten die zich aan hen opdringen of moeten steeds dezelfde handelingen uitvoeren. Tenslotte, mensen met autisme vinden het moeilijk om emoties te herkennen bij zichzelf en anderen, ze hebben vaak rituelen die ze steeds herhalen, en moeite met sociale contacten.
Uit eerder onderzoek blijkt dat deze vier stoornissen vaak samen voorkomen. Daarnaast zijn er overeenkomsten tussen deze stoornissen. Zo hebben de meeste mensen die een van deze stoornissen hebben last van storende en zich herhalende gedachten. De inhoud van deze gedachten kan verschillen. Deze gedachten roepen bij de meesten angst of andere nare gevoelens op. Om de angst of andere nare gevoelens te verminderen doet men bepaalde dingen. Deze gedragingen komen vaak voor en zijn net als de angst en nare gevoelens belastend. Met dit onderzoek hopen we meer inzicht te krijgen in de overeenkomsten en verschillen in denkstijlen, emoties en gedragingen bij mensen met deze stoornissen. Zo gaan we beter begrijpen wat de mechanismen zijn die aan deze vier stoornissen ten grondslag liggen en dit kan gebruikt worden om bestaande behandelingen te verbeteren en nieuwe behandelingen te ontwikkelen. Voor dit onderzoek is het belangrijk om te weten in hoeverre symptomen van deze vier stoornissen ook bij mensen voor komen die geen last hebben van psychische stoornissen.
2. Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd?
Het onderzoek bestaat uit het invullen van een aantal vragenlijsten. Deze vragenlijsten zijn toegankelijk via een link naar een beveiligde website. U vult ze dus thuis via de computer in.
3. Wie mogen er mee doen aan het onderzoek?
Voor het onderzoek is het belangrijk dat ook mensen die geen psychische klachten hebben de vragenlijsten in vullen. Om dat te checken wordt een vragenlijst afgenomen. Als uit de vragenlijst blijkt dat u niet kan meedoen aan het onderzoek dan ontvangt u na het invullen op de computer een bericht.