Vragenlijst over de bijwerking hand-voetsyndroom van chemotherapie

Introductie
Wanneer je wordt behandeld tegen kanker, kun je last krijgen van bijwerkingen. Patiënten die worden behandeld met een bepaalde chemotherapie zoals capecitabine en 5-fluorouracil (5-FU), lopen het risico om hand-voetsyndroom (HVS) te krijgen.
Het hand-voetsyndroom is een aandoening die de huid van de handpalmen en/of voetzolen van de patiënt aantast. Hierdoor kunnen onder andere roodheid, blaren, schilfers, jeuk en pijn ontstaan. Deze verschijnen binnen dagen, weken of maanden na de start van de chemobehandeling. Als je stopt met de behandeling, verdwijnen deze huidklachten weer. Heb je deze klachten nu? Bespreek deze dan altijd met je behandelaar of oncologieverpleegkundige.
Om de informatievoorziening aan patiënten te verbeteren zijn wij zijn op zoek naar (oud) patiënten die de bijwerking hand-voetsyndroom hebben ontwikkeld tijdens chemotherapie behandeling met capecitabine of 5-fluorouracil. Aan deze (oud) patiënten willen we enkele vragen voorleggen:
1.Heb je uitleg gekregen over de bijwerking hand-voetsyndroom voordat je aan de chemotherapie behandeling met capecitabine/ 5-FU begon?
2.Van wie heb je uitleg gekregen over de bijwerking hand-voetsyndroom?
3.Heb je vooraf en tijdens de behandeling met capecitabine/5-FU je handen en voeten ingesmeerd met een vocht inbrengende crème?
4.Wie heeft de bijwerking hand-voetsyndroom gesignaleerd?
5.Wat is er gebeurt na melding van de bijwerking hand-voetsyndroom?
6.Bleef het hand-voetsyndroom weg na aanpassen van de dosering/ stoppen van de behandeling voor een aantal weken?
7.Als de behandeling met capecitabine/5-FU is gestaakt wat was de volgende stap?
8.Zou u deel willen nemen aan een adviesraad om de zorg voor hand-voetsyndroom te verbeteren?